De bergen van Capelle aan den IJssel

Experimentele woningbouw in Capelle aan den IJssel

Bergen

architect Bureau voor Architektuur + Stedebouw, Benno Stegeman, Rotterdam
opdrachtgever Stichting SVW
realisatie 1974 – 1978
adres Braamberg, Paasberg, Woldberg, Boomberg, Zijpenberg, Waterberg, Tankenberg, Lemelerberg, Holterberg, Pietersberg, Cauberg, Vaalserberg, Capelle aan den IJssel
programma 878 woningwetwoningen

Beschrijving van het plan

Eind jaren ‘60 werd het bestemmingsplan Oostgaard gemaakt door de gemeente Capelle a/d IJssel, die als groeikern was aangewezen. Van de bebouwing zou 70% hoogbouw zijn in 8 – 15 lagen. Onder invloed van de veranderende opinie over de hoogbouw, de ‘Chinese Muur’ in de volksmond, is aan architect Stegeman gevraagd een alternatief plan te maken in laagbouw. Uitgangspunten daarbij waren een maximum van 4 lagen met een gevarieerd woningaanbod, een hoge dichtheid, scheiding tussen het voetgangers- en rijverkeer en veel groen. Ook moesten de daken een prettig aanzien hebben vanuit de pal naastgelegen hoge flats.

Het project omvat 878 woningen in 65 woontorens, van 3 – 4 lagen op een onderbouw. Iedere laag, behalve de bovenste met 2 maisonnettes, bestaat uit 4 woningen, gegroepeerd rond een centraal trappenhuis met lift in een split-level opzet. De woningen aan de buitenrand liggen een halve verdieping verschoven. De onderbouw dient als parkeergarage en ontsluiting van de woontorens. De grootste woningen zijn op de begane grond, voor gezinnen. Daarboven verjongen de woningen zich, waardoor er balkons en dakterrassen ontstaan. Daar zijn woningen voor kleinere gezinnen, ouderen en vrijgezellen, allen aan hetzelfde trappenhuis.

De woontorens zijn verdeeld over 12 niet gesloten “wooncirkels”, ieder bestaande uit 6 of 7 woontorens. Elke wooncirkel omsluit een binnenhof, waar zich op het dak van de parkeergarage een terras bevindt, dat hoort bij de woningen op de eerste laag. De wooncirkels zijn weer geschakeld tot 4 bandvormige groepen. De groepen zijn gesitueerd rond een buurtparkje. Het complex wordt op 4 punten voor auto’s ontsloten; er is directe toegang tot de parkeergarage.

Het plan kent 48 2-kamer woningen, 228 3-kamer woningen, 472 4-kamer woningen, 32 5-kamer woningen en 98 dakwoningen met 3 kamers. Ondanks de complexe vorm is de opbouw van de woning in principe éénduidig. Op een raster van 2,3m x 2,3m bestaat ze uit 1 beuk met de wonen en keuken; een 2e beuk met badkamer en slaapkamer en een 3e beuk met slaapkamers of terrassen. De woningplattegronden zijn verder typologisch te beschouwen als variaties op één thema. Er zijn drie typen te onderscheiden: een basistype en 2 daarvan afgeleide typen: het koppeltype en het daktype. Het basistype is een aan de buitenring gelegen tussenwoning. Van dit basistype bestaan nog drie varianttypen: de koppelvariant, de hofvariant en de eindvariant.

Reden van predicering

In dit plan zag de commissie experimenten op alle 3 de onderdelen: in de woningen gaat het onder meer om de onregelmatige plattegrond- vorm en de onderlinge schakeling. Qua woonvorm gaat het om de plattegrond van de woonblokken volgens het achthoekige patroon en de hierdoor bereikte plasticiteit in de gevels; het tuinterras op
de eerste woonlaag; de bijzondere schakeling en groepering van de wooneenheden en het parkeren onder de woningen. Wat betreft de woonomgeving is de verkeersafwikkeling (overbouwde straten; ‘dubbel’ grondgebruik) en de uitzonderlijk hoge bebouwingsdichtheid (125 wo/ha) die — mede daardoor — bereikt werd bij toepassing van uitsluitend middelhoge bouw als experimenteel aangemerkt. Een minderheid van de commissie vond de vormgeving van het plan te dwingend.

bron: http://www.experimentelewoningbouw.nl/portfolio/ex-73-156-capelle-aan-ijssel-bergenbuurt/